3In de media

15 juli 2006Beestj1
Beestjes blijven Ronnie volgen
Door ROELOF KLEIS

Eén hit maar. Nou ja, hit. Verder dan nummer dertien in de Top 40 kwam ’Beestjes’ niet eens. Maar iedereen kent het. Nog steeds vangt Ron Schutte uit Aalst royalty’s. „Twee weken terug nog 42 euro voor afgelopen jaar“, lacht hij. En plotseling staat het nummer weer volop in de belangstelling. Ditmaal door de Wuppie-versie van Johan Vlemmix.
Prachtig, vind ik dat. Ik heb heel veel respect voor wat hij doet.

Beestj2

Ron Schutte:

„Ik vind het prachtig wat Johan Vlemmix met mijn Beestjes doet.”
Foto Kees Martens

Ron Schutte uit Aalst is blij verrast als hij de single in handen krijgt. Hij stopt ’m meteen in zijn laptop. „Dit is lachen joh.“ En even later: „Zijn stem lijkt soms wel wat op die van Peter Koelewijn. Ik kende het liedje nog niet. Iedereen die mij belt, vraagt of ik het goed vind wat Vlemmix doet. Ze weten allemaal dat ik van die ’beestjes’ ben hè. Nou, ik vind het prachtig. Zo mooi dat-ie dit doet. En hij heeft toch weer bereikt wat-ie wilde bereiken. Hij staat weer op de kaart. Weet je dat ik hem nog ken. Zo’n twintig jaar geleden heeft hij eens een plaatje bij mij opgenomen in mijn geluidsstudio die ik toen had aan de Eindhovenseweg. Toen had niemand nog van Johan Vlemmix gehoord.“

Ron Schutte zit ontspannen op de praatstoel. Tjsa, zijn carrière als artiest. Eén hit had-ie: Beestjes. Een nummer geschreven door Peter Koelewijn. Het leverde de geboren Amsterdammer een soort cultstatus op. Als Ronnie & the Ronnies trok hij eind jaren zestig twee jaar langs de podia in Nederland en België. Een prachtige tijd, kijkt hij terug. Jong en wild. „Veel drinken, veel roken. Kortom sex, drugs and rock-’n-roll. Maar dan zonder de drugs. Daar ben ik gelukkig van afgebleven.“

Twee singletjes had Schutte al gemaakt, toen Koelewijn met ’Beestjes’ op de proppen kwam. „Niemand wilde het hebben. Er is wat mee afgeleurd. En toen kwamen we bij Negram-Delta Records terecht, het kleinste label van Nederland. Die zagen het meteen zitten.“ Maar met een paar liedjes heb je nog geen programma. „Ik had geen repertoire hè. Alleen beestjes.“ En dus ging Schutte met Koelewijn mee.

„Voor de pauze zongen dan Peter en zijn Rockets. In de pauze verkleedde de band zich snel. En dat werden dan na de pauze mijn Ronnies. Dan zat ik al drie kwartier achter het podium in de coulissen te wachten en te drinken. Ik was bij elk optreden zo zat als een aap. Dat was natuurlijk ook het image van dat liedje, dat iemand zo dronken is dat-ie beestjes ziet. Maar dat hou je niet lang vol. Na twee jaar ben ik er mee gestopt. Ik was gewoon niet bestand tegen dat leven. Ik weet nog mijn laatste optreden, dat was in België. Verdiende ik op één avond 750 gulden. Dat was echt de hoofdprijs. Maar nog dezelfde avond was het op.“

De levensstijl was overigens niet het enige wat hem deed besluiten te stoppen. „Als je dit vak doet, moet je wel iets kunnen hè. En ik kan niet zingen. Elk optreden was een opgave. Maar ik moest wel door, want er waren contracten afgesloten.“

Na twee jaar stopte Schutte abrupt. Hij ging de keukenbranche in, probeerde het nog eens met een geluidsstudio en ontdekte ruim tien jaar terug de computer. Met Alro Mediaplus.nl verdient hij tegenwoordig de kost. In 1987 probeerde hij het nog eens met een remake van ’Beestjes’. Het werd een flop. Maar de ’Beestjes’ zijn hem altijd dierbaar gebleven. Twee jaar terug vond Schutte zijn plakboeken terug op zolder. „Ze waren bijna opgevroten door de muizen. Echt waar. Om ze te redden heb ik besloten om er een website van te maken.“

Het verhaal, de foto’s en krantenknipsels, het is nu allemaal op https://www.allemaalbeestjes.nl te zien en horen. Alle liedjes van de enige gemaakte lp ’Wilde Ronnie’ zijn er te horen. Inclusief het volgens Schutte mooiste liedje dat hij ooit maakte: Achelse Kluis.

En het is dus nog steeds niet voorbij. „Vorig jaar werd ik benaderd door een jongen, Sendar, die vroeg of hij het refrein mocht gebruiken voor een rap.“ Van het een kwam het ander. En voor Schutte het wist, stond hij het zelf in te zingen op een zolderkamertje in Purmerend. Het resultaat was volgen Schutte abominabel. „Voor die paar regeltjes ben ik een hele middag bezig geweest. Maar het kwam er niet uit.“ Hij kan nog steeds niet zingen.

links.1En nu is er dus Johan Vlemmix.
Schutte kan er mee lachen.
De ’Beestjes’ blijven hem achtervolgen.
Tot zijn genoegen overigens.